VCA cursus online
De gratis VCA-VOL cursus van Nederland!
âś“ De enigste GRATIS online VCA cursus
âś“ Bevat alle benodigde VCA kennis
âś“ Oefening baart kunst
âś“ En.. go!
JijenBHV is de enigste gratis online aanbieder van een opleiding tot het behalen van een VCA-VOL certificaat. Deze cursus bevat alle kennis die nodig is om jezelf representatief en kwalitatief als VCA-VOL functionaris in te kunnen zetten. Het bijbehorende advies is en blijft daarnaast: doe praktijkkennis op.
WETGEVING EN PREVENTIE
V&G WETGEVING
V&G wetgeving staat voor veiligheid en gezondheid. Het doel van de V&G-wetgeving is om de veiligheid en gezondheid van de werknemers te beschermen en te zorgen voor zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden (welzijn). In Nederland hebben we dan vooral te maken met de volgende wetten:
- De Arbeidstijdenwet
- De Arbowet
- Europese richtlijnen
- Milieuwetgeving
Deze wetten zijn overal van toepassing waar gewerkt wordt.
Arbeidstijdenwet (ATW)
In de arbeidstijdenwet zijn tegels opgenomen voor werk- en rusttijden. Deze wet geldt voor werknemers beneden een bepaalde salarisgrens. Uitgangspunt van de wet is dat er moet rekening gehouden worden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn zorgtaken in het gezin en dat er samenhang is met het veiligheids- en gezondheidsbeleid. In deze wet wordt per leeftijdscategorie aangegeven wat de maximale werktijd is per dag en per week. De naleving van de arbeidstijdenwet wordt gecontroleerd door de Overheidsdienst Veiligheid en Gezondheid (de voormalige arbeidsinspectie).
Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
Elk jaar gebeuren er meer dan 200.000 ongevallen op het werk waarbij meer dan 3000 ernstig gewonden en ongeveer 100 doden vallen. De FNV schat in een rapport dat door de gevolgschade van werkomstandigheden nog eens totaal 3000 mensen per jaar overlijden. Je kunt dan denken aan het werken met chemische stoffen, asbest en het oplopen van infectieziekten (denk aan Q-koorts). Om de werkomstandigheden op de werkvloer te verbeteren geldt in Nederland de Arbowet.
Het uitgangspunt van de Arbowet is dat veiligheid een zaak is van werkgevers en werknemers samen. Om de arbeidsomstandigheden voortdurende te verbeteren vindt er daaom gestructureerd overleg plaats. Gestructureerd wil zeggen dat de overleggen met een vaste frequentie plaatsvinden en dat er wordt gewerkt met een agenda vooraf en een verslag achteraf. Er vinden twee soorten overleg plaats:
- VGM-bijeenkomsten (toolboxmeetings) waarin samen met de werknemers gekeken wordt hoe arbeidsomstandigheden op de werkplek concreet verbeterd kunnen worden.
- Overleg tussen de werkgever en een werknemersvertegenwoordiging. Aan dit overleg nemen de volgende personen deel: werkgever (voorzitter), afvaardiging van de werkgevers, afvaardiging van de werknemers en deskundigen (bijvoorbeeld preventieadviseurs).
VGM-bijeenkomsten (toolboxmeetings)
Een VCA-gecertificeerd bedrijf verplicht zichzelf om minimaal 10 keer per jaar een VGM-bijeenkomst ook wel toolboxmeetings genaamd te houden. Een toolboxmeeting is een korte vergadering, waarbij de leiding van de afdeling en de operationele medewerkers aanwezig zijn. In een informele sfeer worden onderwerpen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu besproken. Uitgangspunt is het voorlichten en motiveren van medewerkers om onveilige handelingen en onveilig gedrag te voorkomen. Belangrijk is dat op deze manier iedereen inbreng kan hebben. Aandachtspunten zijn:
- Maak duidelijke afspraken en leg deze schriftelijk vast.
- Toets of de boodschap begrepen is.
Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn:
- Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
- Orde en netheid
- Werkmethodes
- Incidenten en ongevallen
- Werkplekinspecties
Europese richtlijnen
Er zijn ook Europese richtlijnen voor het veilig werken. De meeste hiervan zijn opgenomen in de Nederlandse wetgeving. Een onderdeel van deze richtlijnen is de CE-markering. Alle gereedschappen machines en PBM’s die in de Europese Unie verhandeld worden moeten gekeurd worden en voorzien van een CE-markering. Deze markering geeft aan dat het product aan de richtlijnen van de EU voldoet. Je kunt er van uitgaan dat het product veilig is om mee te werken.
Milieuwetgeving
Het doel van de milieuwetgeving is het beschermen van de mens en het milieu tegen schadelijke effecten van activiteiten. Bij activiteiten kun je denken aan, geluidsoverlast of het gebruik van gevaarlijke stoffen. Uitstoot en afvalstromen dienen beperkt te worden en afvalstoffen moeten doelmatig en correct verwijderd worden.
Bedrijven en werknemers moeten actief ingrijpen om de milieubelasting zo klein mogelijk te laten zijn. Dit kan op de volgende manieren:
- Door het aanpassen van productieprocessen
- Door zuinig en efficiënt om te springen met energie
- Door zuinig en efficiënt om te springen met natuurlijke hulpbronnen
Uitzendwerk
Voor uitzendkrachten geldt vanuit de V&G wetgeving dezelfde bescherming als voor gewone werknemers. De inlenende onderneming is hiervoor verantwoordelijk. Deze moet de kandidaat goed instrueren en bijvoorbeeld zorgen voor persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Het uitzendbureau verstrekt van te voren de algemene informatie over de taken van de uitzendkracht. Bij de inlener krijgt de uitzender vervolgens de specifieke veiligheidsinstructies. Soms moet er worden afgeweken van de oorspronkelijk afgesproken taken voor de uitzendkracht. Dit mag alleen als de uitzendkracht en de uitzendende organisatie hierover vooraf worden geĂŻnformeerd
en er een omschrijving wordt gegeven van de specifieke, bijkomende preventiemaatregelen. Ook moeten er afspraken gemaakt worden over wie de uitzendkracht informeert, instructies en beschermingsmiddelen geeft.
De algemene voorlichting die het uitzendbureau in het kader van de VCU aan de uitzendkracht moet geven is:
- Algemene veiligheids- en gezondheidsregels
- Algemene voorschriften bij brand en alarm
- Melding van onveilige handelingen en situaties
- Wat te doen bij ongevallen tijdens het werk en bij ongevallen op de we naar en van het werk
- Gegevens van de uitzendorganisatie (vestiging) en van de contactpersoon
- Beleidsverklaring van de uitzendorganisatie
- Noodzaak en gebruiksregels van persoonlijke beschermingsmiddelen
- Sectorspecifieke voorlichting (bijvoorbeeld pictogrammen)
- Informatie over de betreffende werkplek: functie-eisen, gevaren en beheersmaatregelen
- Specifieke voorschriften en regels van de inlener
- Toelichtingen over het vergunningensysteem van de inlener
- Overhandigen documentatie
Taken rechten en plichten
Werkgevers en werknemers moeten samenwerken aan zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden en bescherming van het milieu. Dit betekent dat op de werkplek:
- Er geen gevaar is voor de gezondheid
- Ongevallen worden voorkomen
- Werknemers worden beschermd tegen sexuele intimidatie en agressie
- Het milieu zoveel mogelijk wordt gespaard
In de Arbowet staan de plichten en rechten van werkgevers en werknemers vermeld.
Plichten van de werkgever
De werkgever is verantwoordelijk voor het bevorderen van de veiligheid en de gezondheid en het welzijn van de werknemers mbt alle met het werk verbonden aspecten en voert daarvoor een preventiebeleid, geĂŻntegreerd in het bedrijfsbeleid.
Uitgangspunten en onderdelen hiervan zijn:
- Plannen van de preventie en de uitvoering vna het beleid vanuit een systeembenadering (opstellen en uitvoeren van een globaal preventieplan en V&G-jaarplan)
- Risico’s worden zoveel mogelijk voorkomen
- Organiseert overleggen en werkt samen met de werknemers (vertegenwoordiging)
- Uitvoeren van een schriftelijke risicoanalyse
- Coördineert de samenwerking wanneer verschillende werkgevers op één arbeidsplaats samenwerken
- Moet zorgen dat werkzaamheden niet nadelig zijn voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer
- Moet gevaren zoveel mogelijk bij de bron bestrijden
- Past arbeidsplaatsen, werkmethoden en arbeidsmiddelen aan de medewerkers aan
- Houdt rekening met persoonlijke factoren van de werknemer zoals leeftijd, geslacht, kennis van de voertaal en vakmanschap
- Verstrekt beschermingsmiddelen en ziet er op toe dat ze gebruikt worden
- Vermijdt zoveel mogelijk eentonig en herhalende werkzaamheden
- Onthoudt zich van iedere daad van geweld, pesterijen of van ongewenst seksueel gedrag op het werk
- Melding aan de Overheidsinspectiedienst en onderzoek van ernstige arbeidsongevallen
- Zorgen voor een gepast onthaal, voorlichting en instructies aan (nieuwe) werknemers
- Houdt toezicht op de naleving van instructies
- Neemt maatregelen zodat een werknemer zich bij noodsituaties snel in veiligheid kan stellen
- Voert een ziekteverzuimbeleid
- Geeft voorlichting over de gevaren op het werk en zorgt voor de juiste opleidingen
- Registreert incidentenen ongevallen en geeft ernstige ongevallen door aan de Overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid
- Stelt een plan van aanpak op
- Zorgt dat periodiek werknemers in de gelegenheid gesteld worden om onderzoek te ondergaan ter voorkoming en beperking van risico’s voor de gezondheid
- Organiseert toolboxmeetings
- Stelt één of meer veiligheidsdeskundigen aan. Indien de onderneming intern niet over de nodige deskundigheid beschikt, huurt de werkgever extern mensen hiervoor in. Deze deskundigen hebben de volgende taken: • Ze staan werkgever en werknemers bij in de toepassing van de V&G-wetgeving • Ze werken mee aan de risco-inventarisatie en -evaluatie • Ze werken mee aan ongevallen- en incidentenonderzoek • Ze adviseren en werken samen met de werknemers(vertegenwoordiging) • Ze voeren arbeidsgeneeskundige onderzoeken uit • Ze begeleiden werknemers die door ziekte niet in staat zijn hun arbeid te verrichten • Ze voeren gezondheidstoezicht uit en stellen maatregelen voor om gezondheidsschade tijdens uitoefenen van het beroep te voorkomen • Ze werken mee aan het voorkomen en tijdig opsporen van beroepsziekten
- De werkgever is niet alleen verantwoordelijk om de risico’s voor de eigen werknemers te beperken maar moet ook maatregelen nemen ter bescherming van: • De werknemers van andere werkgevers die zich op de werkplek bevinden • Bezoekers, leveranciers, patiĂ«nten en omwonende
Plichten van de operationeel leidinggevende
- Formuleert voorstellen en adviezen aan de werkgever
- Onderzoekt ongevallen en incidenten en stelt maatregelen voorbeelden
- Oefent controle uit op arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen
- Wint advies in van preventiediensten
- Verifieert of werknemers over vereiste bekwaamheid en informatie begrijpen en in de praktijk brengen
- Organiseert het onthaal van de beginnend werknemer en stelt een ervaren werknemer aan voor de begeleiding
- Werkt mee aan risicobeheersing (RIE en TRA)
- Voert veiligheidsinspecties uit
- Organiseert VGM-bijeenkomsten (toolboxmeetings)
Plichten van de werknemer
- Gebruikt gevaarlijke stoffen en arbeidsmiddelen op de juiste manier
- Gebruikt en onderhoudt persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) op de juiste wijze
- Volgt veiligheidsvoorlichting en toolboxmeetings
- Draagt op een positieve manier bij aan het veiligheidsbeleid
- Meldt ongevallen en bijna-ongevallen
- Meldt gevaarlijke of ongezonde situaties direct bij de leidinggevende
Werknemers hebben de volgende rechten
- Recht op inspraak
- Recht op goede informatie en opleiding
- Recht op veilige en gezonde werkomgeving
- Werkonderbreking: Wanneer werknemers het werk gevaarlijk vinden hebben zij het recht het werk te onderbreken onder de volgende voorwaarden: • Het gaat om ernstig gevaar • Er is geen tijd om eerst melding te maken • De werkonderbreking wordt direct aan de leidinggevende gemeld • De Overheidsinspectiedienst moet worden geïnformeerd
Bij een gevaarlijke situatie ben je ook verplicht van dit recht gebruik te maken. Wanneer je dit niet doet en er volgen ongevallen dan kun je worden beboet. Breng jezelf in veiligheid en neem rekening houdend met je eigen technische kennis maatregelen om de gevolgen van een dergelijk gevaar te voorkomen.
Voorlichting en opleiding
Werknemers moeten regelmatig worden voorgelicht en opgeleid. Dit is verplicht:
- Bij de aanvang van de werkzaamheden (bij werving, inclusief tijdelijke werknemers)
- Bij overplaatsing of verandering van werkpost/functie
- Bij invoering van een nieuw arbeidsmiddel of verandering van een arbeidsmiddelen
- Bij invoering van nieuwe werkprocedés, nieuwe technologie
Goede voorlichting is afgestemd op de aard, capaciteiten en ervaring van de werknemer. De voorlichting moet begrijpelijk en praktisch zijn en afgestemd op de specifieke werkzaamheden.
Verplichte onderdelen van voorlichting en opleiding zijn:
- Veiligheid, gezondheid en welzijn in het algemeen
- De gevaren op de werkplek en de getroffen maatregelen
- Voorschriften en regels die de werkgever heeft opgesteld
Om de motivatie van werknemers te verbeteren kan de leidinggevende rekening houden met de volgende zaken:
- Tracht zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de persoonlijkheid en capaciteiten van uw medewerkers
- Geef medewerkers geen opdrachten die onder of boven hun capaciteiten liggen
- Houd rekening met meningen, voorstellen, wensen en adviezen van uw medewerkers
- Laat uw medewerkers weten hoe u over hen denkt, evenals over hun prestaties op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu
- Beoordeel uw medewerkers zo objectief mogelijk
- Zorg er bij corrigerend optreden voor, dat de medewerker niet in zijn waarde als vakman en als mens wordt aangetast
- Zorg voor een gezonde dosis zelfkritiek
- Luister goed naar wat de ander u zegt
- Vertel medewerkers niet alleen hoe zij iets moeten doen maar ook waarom
- Geef het goede voorbeeld
Voorlichting aan nieuwe medewerkers
Wanneer werknemers voor het eerst bij een bedrijf gaan werken moeten ze vanzelfsprekend op de hoogte gebracht worden van de regels. Deze voorlichting bestaat uit een algemeen deel en specifiek deel.
Algemene voorlichting
- Algemene veiligheids- en gezondheidsregels in het bedrijf
- Algemene voorschriften bij brand en alarm
- Meldingsprocedure bij (bijna) ongevallen en onveilige situaties
- De te volgen richtlijnen bij ongeval tijdens of op de weg van en naar het werk
- De noodzaak en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
Specifieke voorlichting
- Specifieke gevaren op de werkplek
- Getroffen maatregelen
- Specifieke werkplekgebonden veiligheids- en gezondheidsregels
- Specifieke veiligheids- en gezondheidsregels gebonden aan de installaties, machines en arbeidsmiddelen
- Specifieke bedrijfsgebonden gegevens over gevaarlijke zones, evacuatiewegen, kantine, sanitair enz.
- Informatie over de in te nemen werkplek (functie-eisen, gevaren, beheersmaatregelen) op basis van de informatie van de opdrachtgever
Overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid
Per 1 januari 2012 maakt de Arbeidsinspectie deel uit van de Overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid controleert of de Arbowet en de arbeidstijdwet door de bedrijven nageleefd worden. Bij meldingen, klachten, vergunningaanvragen en ongevallen voert de Overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid inspecties uit.
Deze inspectiedienst heeft de volgende bevoegdheden:
- Ze hebben toegang tot alle gebouwen waar gewerkt wordt en mogen daar metingen verrichten, foto’s maken en materialen meenemen
- Vragen naar een legitimatiebewijs
- Een eis tot naleving stellen
- Het werk stil leggen (bij direct gevaar voor werknemers of derden)
- Een bestuurlijke boete opleggen
- Een proces-verbaal opmaken
De dienst maakt onderscheid tussen:
- Overtredingen
- Misdrijven of zeer ernstige overtredingen
Overtreding
Bij een kleine overtreding kan de Overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid een waarschuwing geven, eventueel samen met een “eis tot naleving”. Bij ernstigere overtredingen kan de inspectie een boete opleggen. De werkgever ka tegen deze boete in beroep gaan, maar dit geeft geen uitstel van de boete. Er wordt een zogenaamd lik op stuk beleid gevoerd.
Ook aan werknemers kan een boete worden opgelegd wanneer zij voorschriften overtreden!
Misdrijf of zeer ernstige overtreding
Wanneer er sprake is van een misdrijf of een zeer ernstige overtreding dan wordt door de inspecteur een proces-verbaal opgemaakt en doorgestuurd naar justitie. Deze kan na beoordeling overgaan tot strafrechtelijke vervolging.
Werkplekinspecties
Om de veiligheid op de werkplek te bevorderen dienen er door de leidinggevende regelmatig werkplekinspecties en veiligheidsobservatierondes uitgevoerd te worden. Let hierbij op de volgende zaken:
- Trek er voldoende tijd voor uit (circa 30 minuten)
- Maak duidelijk aan de medewerkers wat de bedoeling is
- Observeer 1 persoon, nooit een gehele groep tegelijk
- Het is een regelmatige en geen occasionele taak van de leidinggevende (elke leidinggevende minimaal eenmaal per maand)
- Observeer bij voorkeur met 2 personen, maximaal met 3 personen
- Voorkom verstoring van de werkzaamheden, loop de medewerkers niet voor de voeten
- Observeer de werkzaamheden en let vooral op de VGM-aspecten
- Controleer of de procedures en voorschriften worden opgevolgd
- Uw aanwezigheid leidt tot reacties, wanneer dit averechts werkt, dient u dit op een later tijdstip samen met de betrokkene te bespreken
- Wanneer uw aanwezigheid de werkaanpak verander, ga er op in
- Maak notities
- Kijk niet alleen, maar luister, interview, geef adviezen en maak afspraken
- Informeer de betrokkene over positieve en negatieve veiligheidsaspecten van het geconstateerde
- Corrigeer op een zodanige manier dat die positief is voor de motivatie van de medewerkers
- Geef aandacht aan incidenten die hebben plaatsgevonden
- Communiceer op een zodanige manier dat de medewerker in zijn waarde wordt gelaten
Bij de werkplekinspectie en observatieronde kun je je op de volgende onderwerpen richten:
- Collectieve beschermingsmiddelen
- Persoonlijke beschermingsmiddelen
- Opstelling (plaats) van medewerkers ten opzichte van elkaar
- Handelingen van medewerkers
- Middelen: machines, gereedschap en apparatuur
- Orde en netheid
- Toepassen van procedures
Maak van de werkplekinspectie en observatieronde een rapport en beschrijf de volgende zaken:
- Is veilig werken en gedrag gemakkelijk/moeilijk/onmogelijk?
- Waren observator en geobserveerde het eens over veilig werken en gedrag?
- Welke acties genomen worden
- Welke personen/diensten verantwoordelijk zijn voor deze actie
- Welke personen/diensten verantwoordelijk zijn voor het opvolgen van deze actie
RISICO’S EN PREVENTIE
INLEIDING
Aan bijna alles wat we doen in ons leven zijn risico’s verbonden. Bij het sporten kunnen we een blessure oplopen en als we ’s ochtends in de auto stappen nemen we het risico van een aanrijding op de koop toe. Ook op het werk komen we risico’s tegen. Het doel van veiligheidsbeleid en de Arbowet is het risico op een ongeval zo klein mogelijk maken en het voorkomen van schade aan de gezondheid. In dit hoofdstuk bekijken we de belangrijkste ongevalsoorzaken en we deze ongevallen kunnen voorkomen.
Om de grootte van een risico te bepalen wordt een risicoanalyse uitgevoerd. De grootte van een risico wordt bepaald door twee zaken:
- Wat is de kans (K) dat het ongeluk daadwerkelijk plaatsvindt? De kans wordt ook groter naarmate iemand langer aan een gevaar wordt blootgesteld. Vergelijk een beroepsschilder die dagelijks werkt met oplosmiddel bevattende verf of een particulier die Ă©Ă©n keer in de vier jaar zijn kozijnen thuis schildert.
- Grootte van het mogelijke letsel/schade = effect (E). Wanneer een dakdakker op het dak van een flat werkt dan is de kans (K) dat hij over de rand valt niet zo groot. Omdat echter het mogelijk letsel bij vallen zeer ernstig zal zijn is het risico toch zo groot dat valbescherming vereist is.
In formule geeft dit: R = K x E ofwel Risico = Kans x Effect
Taakrisicoanalyse
Een taakrisicoanalyse (TRA) is een analyse van de gevaren die zijn verbonden aan het uitvoeren van bepaalde (risicovolle) werkzaamheden. Er wordt gekeken wat de risico’s zijn voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers en het milieu.
Door van te voren dit te onderzoeken, kunnen maatregelen genomen worden om de risico’s zo klein mogelijk te maken. In onderstaande gevallen is het maken van een taakrisicoanalyse noodzakelijk. De leidinggevende is hiervoor verantwoordelijk.
- Voor de aanvang van nieuwe projecten
- Bij het uitvoeren van taken en werkzaamheden waar geen procedures voor zijn
- Bij het aanschaffen van nieuwe machines
- Bij verbouw of nieuwbouw
- Bij het opstellen en evalueren van procedures
- Indien voorgeschreven in het vergunningensysteem
- Bij het inschakelen van een jongere, een stagiair of een uitzendkracht
Werksituaties veranderen. Daarom moet een taakrisicoanalyse van tijd tot tijd worden bijgesteld. Bij de volgende situaties moet de taakrisicoanalyse altijd worden bijgesteld:
- Het werkplan blijkt in de praktijk niet meer uitvoerbaar
- Men beschikt niet over het juiste gereedschap of de juiste middelen
- De installatie is niet meer druk/gasvrij of spanningsvrij
- De werkcondities zijn veranderd
Werkgevers zijn door de Arbowet verplicht in kaart te brengen welke risico’s er in hun bedrijf zijn. Zij moeten in een plan van aanpak aangeven welke maatregelen nodig zijn. In een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moeten deze zaken schriftelijk vastgelegd worden. Werkgevers en werknemers werken op deze manier samen aan een veilig en gezond bedrijfsklimaat.
De risico-inventarisatie en evaluatie bestaat uit de volgende stappen:
- Identificeren van gevaren
- Inventariseren van de risico’s
- Evalueren van de risico’s
Een VCA-gecertificeerd bedrijf dient een risicobeheerssysteem in zijn bedrijfsvoering te hebben geĂŻntegreerd. Dit systeem bestaat uit:
- Plannen van het beleid (methodes, taakverdeling)
- Uitwerking van het beleid (doelstellingen en middelen) op basis van een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E)
- Uitvoering van beleid
- Evalueren en bijsturen van beleid
Communicatie van risico’s en beheersmaatregelen naar de werkvloer
Werknemers en uitzendkrachten moeten voor aanvang van de werkzaamheden goed geĂŻnformeerd te worden over de specifieke risisco’s en beheersmaatregelen bij het werk.Deze instructies dienen bij voorkeur op de werkplek gegeven te worden. Voorbeelden van communicatie naar de betrokkenen zijn:
- Vergadering met opdrachtgevers en aannemers
- Overleg tussen leidinggevenden en operatioenele medewerkers
- Informatieoverdracht (briefing) bij verandering van ploegen
- VGM-bijeenkomst (toolboxmeeting) met operationele medewerkers
Zoals al vermeld in hoofdstuk 1 is de voorlichting aan uitzendkrachten een gedeelde plicht van de inlener en het uitzendbureau:
- De intercedent van het uitzendbureau geeft algemene basisinformatie over de risico’s bij het onthaal/ontvangst over de activiteiten, de omstandigheden, de functie en de werkplek.
- Specifieke arbeidsplek gebonden informatie wordt gegeven door de inlener bij voorkeur gegeven voor aanvang van de werkzaamheden. Als het kan door de betrokken operationeel leidinggevende.
LMRA: Last minute risico inventarisatie
De Risico-Inventarisatie en -Evaluatie wordt door de leidinggevende of deskundigen uitgevoerd. Een risico-inventarisatie die iedereen kan doen is de Last Minute Risico Inventarisatie (LMRA). Dit hoeft maar een minuut te duren. Een LMRA doe je zelf voor de aanvang van werkzaamheden of bij verandering van werkomstandigheden. Het is een laatste check voordat je aan het werk begint waarbij je de volgende drie stappen neemt:
- Welke risico’s zijn, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, nog aanwezig? Vraag jezelf af wat je tijdens de klus kan overkomen. Wat is de kans dat het risico zich voordoet en wat is het effect ervan?
- Welke maatregelen kunnen worden genomen om de nog aanwezige risico’s weg te nemen of aanvaardbaar te maken?
- Voer de maatregelen uit.
In sommige bedrijven wordt gewerkt met LMRA-kaartjes. Hierin teken je schriftelijk af dat je bovengenoemde stappen hebt doorlopen.
Risicobronnen
Onder het begrip gevaar verstaan we alles wat een incident kan veroorzaken. De volgende risicobronnen kunnen op het werk een gevaar opleveren:
Soort werk
- Werken met gevaarlijke stoffen
- Werken met gevaarlijke machines
- Werken met gevaarlijk gereedschap
- Werken met hoge drukken
- Werken met gevaarlijke straling
Werkplek en werkplekomgeving
- Werken op hoogte
- Contact met elektriciteit
- Brand- of explosiegevaar
- Te hoge of te lage temperatuur
- Hard geluid
- Slechte verlichting
- Rommelige werkplek
- Trillingen
- Weersomstandigheden
- Stof of vervuilde lucht
- Werken in de omgeving van stalingsbronnen
- Verkeer in de omgeving
- Moeilijk toegankelijke werkplek of besloten ruimte
- Werkplek met weinig bewegingsruimte
- Werkplek met weinig vluchtwegen
- Gevaarlijk werkzaamheden in de omgeving
- Complexiteit
Kennis en bekwaamheid werknemer
- Te weinig ervaring
- Te weinig opleiding
- Te weinig voorlichting
Mentaliteit en gedrag
- Stoer gedrag
- Haast
- OngeĂŻnteresseerdheid
Welzijn en welbevinden
Wanneer het iemand niet naar zijn zin heeft op zijn werk is hij minder geĂŻnteresseerd en loopt daardoor meer risico. Het is daarom belangrijk dat eentonig werk vermeden wordt en dat er contact tussen collega’s mogelijk is. Dit komt het welbevinden van de werknemer ten goede en daarmee de veiligheid.
Middelen
Hoe beter de kwaliteit van de middelen waarmee gewerkt wordt, hoe veiliger de werksituatie.
Risicovolle werkzaamheden
Onder risicovolle werkzaamheden worden werkzaamheden verstaan die worden uitgevoerd in een risicovolle omgeving of het uitvoeren van risicovolle taken.
Binnen de onderneming worden de risicovolle taken vastgelegd op basis van de RI&E en de (taak)-risicoanalyses (TRA). Voor alle risicovolle werkzaamheden moet er dus een TRA gemaakt worden.
Aandachtspunten voor aanvang van risicovolle werkzaamheden zijn:
- Beschikbaarheid en kennis van de werkvergunning
- Beschikbaarheid en kennis van de (T)RA
- Verwijzen naar voorzorgsmaatregelen in de bedrijfsvoorschriften van de opdrachtgever
- Slecht aanvangen wanneer aan alle voorwaarden is voldaan
- Het doen van een laatste minuut risico analyse (LMRA)
Wanneer er moet afgeweken van het werkplan gelden de volgende gedragsregels:
- Werkzaamheden stop laten zetten
- (Taak-)risico-analyse bijstellen en met alle betrokken medewerkers bespreken
- Bijgestelde (taak-)risico-analyse met verantwoordelijke supervisor en/of opdrachtgever en eventueel preventie medewerker/veiligheidsdeskundige bespreken
Tijdens de uitvoering van risicovolle werkzaamheden heeft de leidinggevende de volgende verantwoordelijkheden:
- Regelmatig controleren of het werk volgens de gemaakte afspraken wordt uitgevoerd
- Gebruik maken van afgesproken beheersmaatregelen
- Voldoende aanwezig zijn
- Ingrijpen als afgeweken wordt van de gemaakte afspraken
Ontstaan en voorkomen van ongevallen
Voor we het gaan hebben over preventie volgt hier eerst de omschrijving van een aantal begrippen:
- Veiligheid is het bewust nemen van aanvaardbare risico’s
- Een ongeval is een ongewenste gebeurtenis met schade of verwondingen
- Een bijna-ongeval is een ongewenste gebeurtenis die net niet leidt tot schade of verwondingen
- Een incident is een ongeval met of zonder schade of letsel
- Een gevaarlijke situatie is een situatie die een incident kan veroorzaken
- Een gevaar is een kenmerk van stof of product dat een incident kan veroorzaken. Bijvoorbeeld het gevaar van koolmonoxide is verstikking
- Een gevaar kan ook een situatie zijn, die een incident kan veroorzaken. Wanneer er bijvoorbeeld geen valbescherming aan de dakrand is aangebracht kan het gevaar van naar beneden vallen er toe leiden dat er een incident plaatsvindt waarbij iemand naar beneden valt
Ongevallentheorie van Lateiner
Bijna alle ongevallen worden direct of indirect veroorzaakt door menselijk falen. Volgens onderzoek ontstaat 80% van de ongelukken door direct menselijk handelen. De overige 20% ontstaat door onveilige situaties. Deze situaties zijn voor het grootste gedeelte (18%) ook weerveroorzaakt door voorafgaand menselijk handelen.
Domino-effect: achtergrond=menselijkfalen=onveilighandelen=ongeval=letstel en/of schade
Omdat 80% va de ongevallen ontstaan door menselijk gedrag gaan we hier nu dieper op in. In de jaren dertig van de vorige eeuw hebben twee wetenschappers: Lateiner en Heinrich, hier een theorie over ontwikkeld. Dit wordt de ongevallentheorie van Lateiner genoemd. Lateiner heeft nagedacht over hoe een ongeval ontstaat. Hij gebruikt hierbij 5 dominostenen.
Een ongeluk kan nooit zomaar uit de lucht vallen maar er zijn vrijwel altijd achterliggende oorzaken aan te wijzen. Dit zijn de eerste drie dominostenen. We kunnen daarom het best ingrijpen bij de eerste drie dominostenen. Zijn we eenmaal bij dominosteen vier en vijf dan kunnen we alleen de grootte van het letsel beperken.
Dominosteen 1: Achtergrondoorzaken
Privé
Een werknemer komt slecht uitgeslapen op zijn werk. Hij is hierdoor minder geconcentreerd en vergeet bijvoorbeeld een lading te borgen. Ook spelen persoonlijke achtergronden zoals ervaring, karakter en opleiding een rol.
Organisatorisch
Het werk is door het bedrijf slecht georganiseerd en de instructies zijn niet duidelijk. Hierdoor lopen werknemers gespannen rond en moeten hun werk gehaast doen. Dit is een bron van fouten.
Wanneer bovenstaande zaken niet optimaal zijn valt dominosteen 1 om en wordt de kans groot op menselijk falen.
Preventiemaatregelen dominosteen 1
In bedrijven waar veel geĂŻnvesteerd wordt in opleiding is het aantal ongevallen lager. Een voorbeeld hiervan is deze VCA-cursus. Ook dient de werkgever op regelmatige basis zogenaamde toolbox-meetings te organiseren waarin werkgever en werknemer samen overleggen over hoe de veiligheid op de werkplek kan worden vergroot.
Door ook in de werkvoorbereiding rekening te houden met veiligheidsaspecten kan een werkwijze gekozen worden die veilig is en geen gezondheidsschade veroorzaakt. Aandachtspunten bij de werkvoorbereiding die zeker aan de orde moeten komen zijn:
- Tijdplanning voor het totale werkaannemers
- De volgorde waarin de werkzaamheden veilig kunnen worden uitgevoerd
- Welke materialen, gereedschappen en machines nodig zijn om de klus veilig uit te voeren
- De benodigde tijd en maatregelen die nodig zijn om het werk op een veilige en gezonde wijze te kunnen uitvoeren
Dominosteen 2: Menselijk falen
De reden dat mensen fouten maken heeft vaak van doen met het volgende:
- Niet weten
- Niet kunnen
- Niet willen
Wanneer mensen verkeerd of niet geĂŻnformeerd zijn, te weinig opleiding of ervaring hebben of onwillig zijn om op een veilige manier te werken valt dominosteen 2 om. De kans is groot dat zij een ongeluk gaan veroorzaken.
Preventiemaatregelen dominosteen 2
Het werk dient zo georganiseerd te zijn dat:
- De planning zodanig is dat werknemers niet overdreven hoeven te haasten
- Werkinstructies helder en eenduidig zijn
- Werknemers alleen taken hoeven uit te voeren waar ze voldoende ervaring en opleiding voor hebben
- Er voldoende toezicht is door leidinggevenden
Verder is belangrijk:
- Een opgeruimde en overzichtelijke werkplek. Naast dat op deze manier incidenten en milieuschade voorkomen worden zorgt een nette werkplek voor een aangenamere werkomgeving wat een positieve invloed heeft op de motivatie. Ook leidt een goed georganiseerde werkplek tot tijdwinst en efficiënter werken doordat materialen en gereedschappen minder snel kwijtraken.
- Professioneel gedrag: wat bijvoorbeeld inhoud: • Niet spelen op de werkvloer • Geen collega’s aan het schrikken maken • Veiligheidsinstructies opvolgen
Dominosteen 3: Directe oorzaken
De directe oorzaken van een ongeluk zijn:
- Onveilige handelingen. Bijvoorbeeld een kraanmachinist hijst een te zware last
- Onveilige situaties. Er bijvoorbeeld aan de dakrand geen valbescherming aangebracht is
Preventiemaatregelen dominosteen 3
Directe oorzaken kunnen we op de volgende manieren wegnemen. De maatregelen staan in volgorde. Begin bij de maatregel met het laagste nummer. Pas wanneer dit echt niet lukt wordt er een hoger nummer gekozen.
- Vermijden
- Vervangen
- Bestrijding bij de bron
- Blootstelling verminderen
- Collectieve beschermingsmaatregelen
- PBM’s (laatste optie)
Voorbeeld
In een fabriek worden flesjes bier gevuld. Hiervoor worden de flesjes eerst schoongemaakt en op een lopende band geplaatst. Hierbij stoten de flesjes tegen elkaar. Dit geeft veel lawaai, wat tot gehoorschade kan leiden.
Hoe kan de werkgever de risico’s voor de werknemers beperken?
- Vermijden Wanneer de fabrikant de productie van bier stopt, verdwijnt het gehele risisco.
- Vervangen Wanneer het economisch niet verantwoord is de productie te stoppen kan de fabrikant er ook voor kiezen de machine te vervangen door een exemplaar waarbij de bierflesjes niet tegen elkaar komen en zo geen herrie maken.
- Bestrijden van de bron Wanneer dit een te hoge investering is, kan de lopende band met akoestisch materiaal afgeschermd worden zodat de geluidsoverlast vermindert.
- Blootstelling verminderen Om de blootstelling aan het geluid te verminderen kan er voor gekozen worden om door taakroulatie te zorgen dat de tijdsduur dat werknemers blootgesteld worden aan het geluid beperkt wordt.
- Collectieve maatregel Door het afschermen is de lopende band minder toegankelijk. Wanneer dit een bezwaar is, kunnen in de fabriekshal geluidsabsorberende panelen aangebracht worden zodat de galm verdwijnt en hiermee het geluidsniveau tot een aanvaardbare waarde daalt.
- PBM Wanneer alle bovenstaande maatregelen niet mogelijk zijn dan kan de werkgever als laatste optie bijvoorbeeld oordopjes of oorkappen aan de werknemers verstrekken.
Een veel voorkomende directe oorzaak is ook dat machines en installaties niet veilig zijn gesteld. Voordat je aan een installatie gaat werken is het veiligstellen essentieel. Dit mag alleen door voldoende opgeleide bevoegde personen. Dit houdt in dat voorkomen wordt dat apparaten en installatieonderdelen onbedoeld in beweging komen of onder elektrische spanning komen te staan. Dit doet men door:
- Het controleren op het drukvrij zijn van installaties en apparatuur
- Het vergrendelen van schakelaars
- Het buiten spanning stellen van de elektrische voeding
- Met of de installatie wel degelijk spanningsloos is
- Het borgen tegen wederinschakeling en het markeren van de aangebrachte vergrendelingen
Dominosteen 4 en 5: Ongeval en letsel
De eerste drie stenen zijn omgevallen, er ontstaat een ongeval (steen 4) wat letsel tot gevolg kan hebben (steen 5).
Hoe te handelen bij een ongeval
Wanneer er toch een ongeluk is gebeurd, is het belangrijk direct alarm te slaan. Hierdoor kan de grootte van het letsel beperkt worden. Bij ernstig letsel is elke seconde belangrijk.
Stappenvolgorde bij een ongeval met ernstig letsel
- Let als eerste op gevaar voor jezelf. Het is bijvoorbeeld al vaak gebeurd dat bij een verstikkingsongeluk in een besloten ruimte, de manwacht die naar binnen ging om zijn collega te redden zelf ook bedwelmd raakte.
- Bel het intern alarmnummer of 112 en geef de volgende gegevens door: • Je eigen naam en afdeling • Zo exact mogelijk de plaats van het ongeval • De verwondingen • Het aantal slachtoffers • De plaats waar de ambulance kan komen
- Wacht vervolgens tot de ambulance er is
- Verander zo min mogelijk aan de plaats van het ongeluk
- Informeer de directe leidinggevende over wat er is gebeurd
- Ernstige ongevallen dienen bij de Overheidsdienst Veiligheid en Gezondheid (voormalige arbeidsinspectie) gemeld te worden.
Stappenvolgorde bij een ongeval zonder ernstig letsel
- Begeleid het slachtoffer naar de medische dienst
- Tref maatregelen zodat het ongeval niet weer gebeurtenis
- Meld het ongeval bij je direct leidinggevende
Stappenvolgorde bij een bijna-ongeval
- Tref maatregelen zodat het ongeval niet weer gebeurt
- Meld het ongeval bij de direct leidinggevende
Om een ongeval te voorkomen is het een morele verplichting van alle medewerkers een bijna ongeval te melden. Als je een bijna-ongeval of gevaarlijke situatie niet meldt ben je zelf onveilig bezig. Je neemt in dat geval bewust het risico dat er met jou of iemand anders iets kan gebeuren wat voorkomen had kunnen worden door jouw melding. Uit een studie blijkt dat van de 330 ongevallen er 300 geen letsel veroorzaakten. 29 licht letsel en 1 ernstig. Het probleem is dat je nooit weet wanneer dit ernstige geval optreedt.
Als de direct nodige sstappen zijn afgerond moet (bijn)-ongeval geregistreerd worden. Dit gebeurt met een speciaal formulier. Dit wordt ingevuld door de leidinggevende of de medewerker van de veiligheidsdienst. Het is zeer belangrijk dat dit formulier juist ingevuld wordt om de volgende redenen:
- Uit het incident kunnen lessen getrokken worden en er kunnen maatregelen genomen worden om herhaling te voorkomen
- Vervolgens kunnen deze gegevens gebruikt worden om te intgreren in het veiligheidsbeleid van het bedrijf
- Om te voldoen aan de wettelijke eisen op dat gebied
De operationele leidinggevende stelt een onderzoek in naar de toedracht van het (bijna)-ongeval. Doel van het onderzoek is te onderzoeken welke factoren de oorzaak zijn geweest van het (bijna)-ongeval en op deze manier dit soort ongevallen in de toekomst te voorkomen. Doe het onderzoek zo snel mogelijk en maak schetsen en tekeningen van de situatie. Verzamel de aanwezige documenten en kijk naar bijzonder omstandigheden zoals het weer. Verzamel vervolgens de feiten en gegevens die geleid hebben tot het ongeval.
- Neem monsters op de plaat van het ongeval
- Bewaar het verzamelde materiaal op een geschikte plaats
- Leg vast hoe en waar het materiaal is verkregen
Een essentieel onderdeel van het onderzoek is het interviewen van getuigen en betrokkenen.
- Leg vast wie geĂŻnterviewd moet worden
- Interview elk slachtoffer en elke getuige
- Vermijd verminking van getuigeninformatie
- Zoek naar oorzaken en niet naar schuldigen
- Leg getuigenverklaringen vast
- Koppel terug naar de getuigen
Als het onderzoek is afgerond moet er een analyse gemaakt worden van de onderzoeksresultaten. Dit wordt verwerkt in een eindrapport met aanbevelingen/actiepunten om herhaling te voorkomen. Aandachtspunten voor dit eindrapport zijn:
- Omschrijving van de feiten en de gegevens
- Analyse en een opsomming van gerichte aanbevelingen om herhaling te voorkomen
Noodsituatie
In het voorgaande gedeelte hebben we aandacht besteed aan ongevallen waarbij Ă©Ă©n of een paar medewerkers betrokken zijn. Een noodsituatie is ernstiger en kan ontstaan wanneer de gevolgen van een incident zeergroot dreigen te worden.Er zullen dan aanvullende maatregelen nodig zijn. Noodsituaties kunnen ontstaan door:
- Ongevallen, branden en explosies
- Het ontsnappen van vloeistoffen, gassen, gevaarlijke biologische stoffen of radioactieve straling
- De dreiging van noodweer, natuurrampen, sociale onrust, een terroristische aanslag of het uitvallen van infrastructuur zoals elektriciteit of communicatie.
Binnen bedrijven wordt daarom een bedrijfsnoodplan opgesteld om voorbereid te zijn op dit soort situaties. Een bedrijfsnoodplan is een beschrijving van maatregelen en voorzieningen die eeen bedrijf heeft voorbereid voor het geval er zich een noodsituatie voordoet. Het doel is om de effecten van een mogelijke noodsituatie zoveel mogelijk te beperken. Met dit noodplan moet regelmatig geoefend worden om het personeel voor te bereiden en het plan te testen.
In het bedrijfsnoodplan wordt een noodsituatie verdeeld in drie fasen:
- Eerste melding: Bij wie moet de noodsituatie gemeld worden en wat moet gecommuniceerd worden.
- Handelingen en maatregelen: Wanneer de noodsituatie gemeld is moet afhankelijk van situatie gekozen worden voor: • Evacuatie • Interventie: blussen, beveiligen, opruimen • Reddingsoperaties • Hulpverlening
Beëindiging
Verder wordt in het plan vermeld wie gemachtigd is om de noodsituatie als beëindigd te verklaren en de wijze waarop de beëindiging kenbaar wordt gemaakt.
Bij het betreden van het bedrijfsterrein moeten werknemers, operationele medewerkers en uitzendkrachten minimaal de volgende informatie over het bedrijfsnoodplan ontvangen:
Het evacuatieplan
- Plattegrond bedrijfsterrein en vluchtwegen
- Waarschuwingsmiddelen
- Alarm
- Oefeningen
De interventie
- Locatie beschikbare hulpmiddelen
- Eerste hulp
- Wegnemen van de oorzaak
Het melden
- Melden ongevallen, noodsituaties
- Waarschuwing hulpdiensten
Evacuatie
Wanneer de situatie zeer ernstig is, zoals bij brand, wordt er overgegaan tot evacuatie. Het is belangrijk dat dit gecontroleerd gebeurd. In elk bedrijf zijn daarom een aantal medewerkers als bedrijfshulpverlener (BHV’er) aangesteld. Deze zijn speciaal geschoold en coördineren de ontruiming. De bedrijfshulpverlening moet in ieder bedrijf en iedere instelling georganiseerd zijn. Zij moet zorgen dat bedrijfshulpverlening voor het desbetreffende bedrijf gewaarborgd is. Naast het coördineren van een ontruiming heeft de BHV ook als taak het verlenen van eerste hulp en het bestrijden van een beginnende brand. Om deze taak goed uit te voeren, geldt dat EHBO-middelen steeds direct ter beschikking moeten zijn en er voldoende bedrijfhulpverleners ook opgeleid moeten zijn voor deze taak. Verder is het van belang dat elke medewerker op de hoogte is van:
- Waar de verzamelplaat(en) zijn
- Wat de vluchtwegen zijn
- Wat de instructies van de opdrachtgever zijn
Wanneer het evacuatiesignaal gaat houdt je dan aan de volgende instructies:
- Onderbreek onmiddellijk het werk en stop eventuele externe communicatie
- Volg de instructies van de opdrachtgever op
- Begeef je naar de verzamelplaats
- Gebruik geen liften
- Evacueren dwars op de windrichting
- Bij aankomst op de verzamelplaats aanwezigheid melden
Het is wettelijk verplicht om minstens eenmaal per jaat een ontruimingsoefening te houden. Iedereen is verplicht om hier aan mee te doen. Dit geldt dus ook voor aannemers of andere werknemers die op het terrein aan het werk zijn.
Kenmerken van veilig werken
Omdat veel ongevallen menselijk gedrag als oorzaak hebben is houding op het werk Ă©Ă©n van de belangrijkste factoren voor veilig werken. Gedrag dat de veiligheid bevordert is:
- Je voelt je verantwoordelijk en draagt zorg voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van anderen
- Je hebt een positieve instelling
- Je houdt je aan veiligheidsvoorschriften en volgt aanwijzingen en instructies op
- Je spreekt andere medewerkers aan op onveilige handelingen
- Onveilige situaties en incidenten worden gemeld en je grijpt gepast in
- Je hebt aandacht voor persoonlijke hygiëne, orde en netheid
Alcohol- en drugsgebruik
Ook op het werk gebeuren ongelukken doordat medewerkers onder invloed zijn van alcohol of drugs. Men schat dat er bij 1 op de 7 bedrijfsongevallen alcoholgebruik in het spel is. Verdovende middelen hebben de volgende invloed op het werk:
- Je bent minder waakzaam
- Je functioneert minder of helemaal niet
- Je hebt een verminderd inschattingsvermogen
- Alcohol werkt drempelverlagend voor grensoverschrijdend gedrag
- Overschatting van de eigen mogelijkheden
- Verhoogde werkdruk op collega’s en verstoring van de werkorganisatie
Alcohol en drugsgebruik op de werkvloer of het nog onder invloed zijn, kan dus aanleiding geven tot gevaarlijke situaties en legt een extra druk op de collega’s. Wanneer je zelf problemen hebt met alcohol of drugsgebruik is het daarom verstandig om hulp te zoeken. Je bent een gevaar voor jezelf en voor anderen op de werkvloer. Ook wanneer je het vermoeden hebt dat een collega onder invloed is van alcohol is het goed dit door te geven aan de leidinggevende. De collega moet die dag zich onthouden van gevaarlijke werkzaamheden.
BeĂŻnvloeden van gedrag
Een belangrijke taak als leidinggevende is het stimuleren van veilig gedrag en het remmen van onveilig gedrag. Veilig gedrag stimuleren gebeurt door werknemers te wijzen op het succes van veilig gedrag.
- Bespreek regelmatig veiligheidsonderwerpen
- Geef werknemers duidelijke en overtuigende instructies
- Laat in beoordelingsgesprekken waardering blijken voor veilig gedrag
- Geef zelf het goede voorbeeld
- Draag uit dat veilig werken onderdeel is van goed vakmanschap
Onveilig gedrag rem je af door medewerkers te wijzen op de gevolgen van dat gedrag zoals verwondingen. Probeer de nadelen die veilig werken heeft zoveel mogelijk weg te nemen. Dit kan op de volgende manieren:
- Zorg voor hanteerbare veiligheidsvoorschriften
- Zorg voor goede bereikbaarheid van veiligheidsvoorzieningen
- Draag zorg voor comfortabele persoonlijke beschermingsmiddelen
- Zorg voor voldoende tijd om veilig te kunnen werken. Een te strakke planning leidt tot stress en daarmee tot het vergroten van de kans op ongevallen
Verduidelijk de gevolgen van onveilig gedrag.
- Geef informatie over de gevaren
- Laat opgetreden ongevallen zie en bespreek de gevolgen
- Geef duidelijke instructies over het voorkomen van onveilige handelingen en situaties
Je kunt onveilig gedrag ook bemoeilijken door zelf preventieve veiligheidsmaatregelen te nemen.
- Breng afzettingen en omheiningen aan
- Zorg dat apparatuur alleen functioneert bij gebruik van bijbehorende beveiligingen
- Verwijder slecht gereedschap en materiaal
- Zet sancties op onveilig gedrag
Werkvergunningen
Veel werkzaamheden in de industrie worden uitbesteed aan onderaannemers. Deze hebben vaak onvoldoende kennis van productieproces en de risico’s die zij lopen bij het uitvoeren van het werk.
Om deze risico’s te beheersen worden er door de opdrachtgever en de mensen die het werk gaan uitvoeren werkafspraken gemaakt. Om deze afspraken vast te leggen wordt in veel bedrijven een werkvergunningensysteem gehanteerd.
Er mag alleen aan een installatie gewerkt worden wanneer er door de opdrachtgever een werkvergunning is verstrekt. Naast de algemene werkvergunning worden er voor speciale werkzaamheden aanvullende werkvergunningen geëist. Dit is bijvoorbeeld nodig bij het werken in besloten ruimten en voor laswerkzaamheden.
Doel
Het doel van een algemene vergunning is om zeker te zijn dat:
- Er overleg heeft plaatsgevonden met iedereen die bij het werk betrokken is
- Er bindende afspraken zijn gemaakt over hoe het werk moet worden uitgevoerd
- Er formele toestemming voor de werkzaamheden gegeven is
Inhoud
De uit te voeren werkzaamheden mogen geen negatief effect hebben op de gezondheid van de werknemers, de veiligheid en het milieu. Daarom worden in de werkvergunning de volgende zaken vermeld:
- Geldigheidsduur (meestal 1 dag)
- Wie gaat het werk doen
- Welke werkzaamheden worden gevraagd. Wat houden deze werkzaamheden in, waar en hoe worden ze uitgevoerd
- De afspraken met iedereen die bij het werk betrokken is
- De voorwaarden waaronder gewerkt moet worden
- De toestemming voor het aanvangen van de werkzaamheden
- Maatregelen te nemen/genomen door de verstrekker van de vergunning. Je kunt hier denken aan veilig stellen: steekflenzen, elektrisch en/of mechanisch vergrendelen en meten en detecteren
- Maatregelen te nemen door de operationele medewerkers om veilig te kunnen werken. Dat zijn zij die de werkzaamheden verrichten. Alle persoonlijke beschermingsmiddelen worden hier vermeld
- Maatregelen om de werkomgeving na de werkzaamheden veilig achter te laten
- Bekrachtiging/ondertekening. Degene die ondertekenen gaan akkoord met de inhoud van de vergunning. De vergunning wordt ondertekend door de verstrekker, de houder en door de leidinggevende(n)
- Voorwaarden voor de verlenging van de vergunning
De leidinggevende moet alle maatregelen van tevoren grondig doorspreken met de operationele medewerkers. Verder moet hij zorgen dat de vergunning op de werkplek aanwezig is en de te nemen maatregelen controleren.
Betrokken personen
Bij de werkvergunningen zijn de volgende personen betrokken.
Vergunningverstrekker
Dit is de afdeling van de opdrachtgever die de vergunning verstrekt. Deze is verantwoordelijk voor:
- Het controleren van de vrijstelling van de installatie voor het aftekenen van de vergunning
- Het bespreken van de aard van de werkzaamheden met de vergunninghouder
- Het bespreken van de voorwaarden en de maatregelen die genomen moeten worden voor het aftekenen van de vergunning
- Het ondertekenen van de vergunning
- Indien nodig, dat de noodzakelijke metingen zijn verricht
- De afspraken en coördinatie tussen verschillende partijen, wanneer meerdere werkzaamheden worden verricht
Houder
De houder is meestal de leidinggevende van de operationele medewerkers: de houder moet zorg dragen voor de volgende zaken:
- Hij geeft uitleg aan de operationele medewerkers
- Hij ondertekent de vergunning
- Hij ziet erop toe dat de werkzaamheden ook volgens de voorwaarden op de vergunning verlopen
- Hij zorgt ervoor dat de vergunning ter plaatse is
Uitvoerder van het werk
Degenen die het werk uitvoeren hebben de volgende plichten:
- Ze moeten zich op de hoogte laten stellen van de inhoud van de vergunning
- Zich houden aan de voorwaarden voor de werkzaamheden, zoals ze omschreven zijn in de vergunning
- Zich houden aan de maatregelen die op de vergunning vermeldt staan
- Alleen werken met een geldige vergunning en rekening houden met de geldigheidsduur
Vergunning voor specifieke werkzaamheden
Er zijn werkzaamheden waarbij extra risico’s aanwezig zijn. Voor deze werkzaamheden is extra toelichting of een specifieke opleiding nodig. Voor dit soort werk zijn soms nog aanvullende werkvergunning nodig.
Het gaat om de volgende werkzaamheden:
- Het betreden van besloten ruimte
- Brandgevaarlijk werk ook vuurvergunning of heetwerkvergunning genoemd, bijvoorbeeld: lassen of slijpen
- Graven in vervuilde ondergrond (ondergrond met leidingen, openen van vloeren, straten)
- Het werken aan of bij gevaarlijke stralingsbronnen
- Hijswerkzaamheden boven of in omgeving van belangrijke installaties
- Het werken met of slopen van asbesthoudend materiaal
- Het werken met gevaarlijke stoffen
- Het werken op hoogte
De voorwaarde om dit soort werkzaamheden te doen zijn:
- Het staat op schrift
- Het is toegelicht
- Het is ondertekend
Beleid
Veel risicovolle situaties en handelingen kunnen uiteindelijk tot een ongeval met zeer ernstig letsel of een ongeval met dodelijke afloop leiden. Dit wordt tot iotdrukking gebracht in de ongevallenpiramide. Belangrijk is daarom deze situaties en handelingen aan te pakken.
Dodelijk ongeval
Ongevallen ernstig letsel
Ongevallen zonder ernstig letsel
Bijna ongevallen
Risicovolle situaties en handelingen
Oorzaken waardoor onveilige handelingen en onveilige situaties ontstaan zijn:
- Onveilige handelingen of onveilige situaties die kunnen ontstaan door menselijk falen
- Menselijk falen wordt in de hand gewerkt door: • Persoonsgebonden factoren • Taakgebonden factoren
Persoonsgebonden factoren die kunnen leiden tot een incident zijn:
- Onvoldoende kennis
- Onvoldoende ervaring
- Onvoldoende motivatie
- Onvoldoende aandacht
Taakgebonden factoren die kunnen leiden tot een incident zijn:
- Onvoldoende en/of onjuiste leiding en toezicht
- Onjuiste werkmethode
- Onvoldoende tijd voor de werkzaamheden krijgen
- Het niet aanwezig zijn van benodigde apparatuur of gereedschap
- Het niet goed onderhouden zijn van gereedschap of apparatuur
In de onderneming dient daarom een beleid gevoerd te worden wat gericht is op het voorkomen en bestrijden van alle onveilige handeling en alle onveilige situaties. Dit leid tot minder ongevallen.
Actiepunten voor de directie die voortkomen uit de ongevallenpiramide en de ongevallentheorie van Lateiner zijn:
- Vaststellen van een (meerjaren)plan ter verbetering van de arbeidsomstandigheden
- Delegeren van taken en bevoegdheden aan afdelingen en medewerkers in het bedrijf
- Zorg dragen voor een goede organisatie van het arbeidsomstandighedenbeleid
- Zorg dragen voor een goede overlegstructuur over arbeidsomstandigheden en verantwoordelijkheden
- Uitwerken van het arbobeleid in procedures en voorschriften
- Zorg dragen voor voldoende training en instructie
De actiepunten van de directie moeten uitgewerkt worden in het bedrijf. Dit is doorgaans de taak van de operationeel leidinggevende. Deze heeft de volgende mogelijkheden:
- Toezien op de naleving van procedures en voorschriften
- Uitvoeren van periodieke inspecties
- Geven van instructie en training over gezondheidsrisico’s bij het werk
- Systematisch rapporteren van ongevallen
- Planmatige aanpak van onveilige handelingen en situaties
- Bespreken van problemen en klachten met betrekking tot het arbobeleid tijdens het afdelings- en werkoverleg
- Regelmatige evaluatie van de resultaten van doorgevoerde verbeterpunten naar aanleiding van onveilig handelingen en situaties
Ongevallenpreventie
Preventie is een ander woord voor ‘voorkomen van’. Bij ongevallenpreventie richt men zich op alles wat ongevallen kan veroorzaken. Dat zijn dus zowel onveilige handelingen als onveilige situaties. Preventiemaatregelen die genomen worden om risico’s te voorkomen of te vermijden zijn:
- Voorkomen dat het risico toeneemt
- Maatregelen nemen om het risico te verminderen
- Voorkomen dat een ongeval gebeurt
- Voorkomen dat gezondheidsschade optreedt
Preventieve maatregelen richten zich op Ă©Ă©n van de volgende aspecten: de mens, de organisatie, de techniek of de omgeving.
Directe preventiemaatregelen die op het aspect mens gericht zijn:
- Kennis verkrijgen, bijvoorbeeld door het doen van cursussen of het volgen van voorlichting
- Vaardigheden bezitten of aanleren
- Gedrag (geconcentreerd werken, opgeruimde werkplek)
Dit zijn maatregelen die zich richten op hoe het werk georganiseerd is. Dit is dus vooral een zaak van de leidinggevenden. Preventie die zich richt op de organisatie betekent het zorgen voor:
- Doelmatige werkmethoden
- Voldoende toezicht door leidinggevenden
Om onveilige situaties te voorkomen spelen preventieve maatregelen die zich rcihten op de techniek een grote rol. Maatregelen die genomen kunnen worden zijn:
- Machines met veilig technisch ontwerp (CE-markering) gebruiken
- Onderhouden van gereedschappen
- Ergonomisch ontwerp
Een veilig ingerichte werkplek is belangrijk om ongevallen te voorkomen. De werkplek moet zo ingericht zijn dat die optimale bescherming biedt tegen omgevingsbelasten. Je kunt hierbij denken aan het plaatsen van lasschermen tegen schadelijk licht of het plaatsen van dakrandbeveiliging bij het werken op hoogte.
Plan van aanpak (jaarlijks actieplan / V&G jaarplan)
Een Taak Risico Analyse is niet compleet zonder een hier aan gekoppeld plan van aanpak of actieplan. Een plan van aanpak is een schriftelijk verslag van de resultaten van Risico Inventarisatie en – Evaluatie of Taak Risico Analyse en de maatregelen die de werkvloer gaat nemen. Het doel van het plan van aanpak is te zorgen dat de resultaten van het onderzoek tot de uitvoering van effectieve maatregelen leiden en dat herhaling van incidenten wordt voorkomen. In een plan van aanpak staat minimaal:
- De te bereiken doelstellingen
- De te treffen preventiemaatregelen
- In te zetten middelen, mensen en eventueel de kosten
- Taakverdeling
- Termijn voor uitvoering
- Verantwoordelijke voor uitvoering
- Opvolging
- Communicatie van risico’s en beheersmaatregelen naar de werkvloer
Inspelen op gedrag als onderdeel van VGM-beleid
Het inspelen op gedrag moet een onderdeel zijn van een VGM-beleid omdat gedrag of acceptatie van gedrag een belangrijke oorzaak van ongevallen is.
Oorzaken van onveilig gedrag zijn:
- Tolereren van overtredingen, gebrek aan leiderschap
- Gebrek aan kennis/informatie (= niet weten)
- Verkeerd aanwijzen van taak (gebrek aan vaardigheden = niet kunnen)
- Onwil (= niet willen)
- Tegenstrijdige doelstellingen/opdrachten
- Ontbreken voorbeeldfunctie
In het beleid van de organisatie zal dus op al deze bovenstaande aspecten ingespeeld moeten worden. Beleidselementen die het menselijk gedrag beĂŻnvloeden zodat er veilig gewerkt wordt zijn:
- Beleid gericht op een betere veiligheidsperformance
- Duidelijk geformuleerde opdrachten
- Duidelijkheid over gewenst en ongewenst gedrag
- Duidelijkheid over prioriteit van veilig werken
- Sanctie- en beloningsbeleid
- Communicatie- en bewustmakingscampagnes
- Bedrijfscultuur
De rol van de leidinggevende is hier van groot belang
- Leidinggevende bepaalt de werkwijze
- Leidinggevende houdt toezicht
- Leidinggevende beschikt over de benodigde informatie over de medewerkers, het werk en de omstandigheden
Elementen van de organisatie die het menselijk gedrag beĂŻnvloeden zijn:
- Medewerkers houden zich aan de veiligheidsvoorschriften
- Medewerkers spreken elkaar aan op onveilige handelingen
- Medewerkers grijpen direct in bij onveilige situaties
- Medewerkers stellen vragen bij onduidelijke situaties
- Geven van het goede voorbeelden
- Consequent reageren
- Toezicht houden en corrigeren
- Ook kritisch zijn voor jezelf
- Advies inwinnen bij onduidelijke situaties
- Rekening houden met meningen, voorstellen, wensen en adviezen van uw medewerkers
- Duidelijke en overtuigende instructies geven aan medewerkers (hoe en waarom)
Veiligheidsregels
Naast de algemene veiligheidsregels uit de V&G wetgeving hanteren veel bedrijven ook eigen veiligheidsregels, procedures en instructies. We maken hierbij onderscheid tussen algemene en specifieke veiligheidsregels.
Algemene veiligheidsregels zijn bedoeld voor de gehele organisatie. Dit betekent dat alle personen op de locatie waaronder, uitzendkrachten, aannemers en onderaannemers zich aan de regels moeten houden.
Algemene veiligheidsregels moeten schriftelijk vastgelegd zijn en aan ieder persoon die zich voor het eerst de locatie betreedt, worden kenbaar gemaakt. Ze moeten voldoende duidelijk en eenduidig zijn. Dit betekent dat ze ook begrepen moeten kunnen worden door anderstaligen.
Algemene veiligheidsregels kunnen betrekking hebben op:
- Het aan- en afmelden
- De verkeersregels op het terrein
- Hoe te handelen bij incidenten
- Het scheiden van afval
- Het melden van ongevallen, brand en incidenten
Specifieke veiligheidsregels zijn bedoeld voor werkzaamheden met een verhoogd risico. Deze regels kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op:
- Betreden van besloten ruimte
- Werken op hoogte
- Warm/heet werk
- Werken in explosiegevaarlijke omgeving
- Gebruik van de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen
- Graafwerkzaamheden
- Gebruik van specifieke gereedschappen, apparatuur en werktuigen
- Afscherming
- Ventilatie
- Signalering
- Markering
Ook voor specifieke veiligheidsregels geldt dat ze schriftelijk vastgelegd moeten zijn en voldoende duidelijk en eenduidig.
Bovendien moeten ze voor de betreffende/betrokken werknemer beschikbaar zijn en worden toegelicht. Vervolgens moet er worden getoetst of de medewerkers de regels begrepen hebben. Vanzelfsprekend moeten anderstaligen ook de regels kunnen begrijpen.
Vervolg gratis cursus
VCA Algemeen
VCA Brand en explosie
VCA Middelen en omstandigheden
VCA Elektriciteit en specifiek
Natuurlijk wil je ook een officieel certificaat als je alles hebt bestudeerd.
JijenVCA biedt hieronder een bijbehorend online examen. Voor slechts 89 euro!
Nu tijdelijk met gratis veiligheidsbril.